Moet de vastgoedsector inzetten op sociale media?

In 2019 gebruikten 7,5 miljoen Belgen sociale media. 79% van Vlamingen gebruikt zelfs elke dag een socialmedia-app voor gemiddeld 49 minuten per dag. Het is dan ook geen wonder dat Belgische bedrijven 40% van hun marketingbudget besteden aan sociale media. LinkedIn, Instagram, Facebook en consorten zijn wat televisie ooit was. Maar dan véél goedkoper.

Sommige marketeers en opiniemakers toeteren al jaren over de dood van Facebook. Maar de cijfers zeggen iets anders. Hoewel het aantal Facebookgebruikers inderdaad daalt, blijft het bedrijf van Zuckerberg de absolute koploper in het socialmedialandschap. Maar liefst 78% van de Vlamingen gebruikt Facebook maandelijks, tegenover 72% voor WhatsApp en 44% voor Instagram. Bovendien zijn alle leeftijdscategorieën vertegenwoordigd op Facebook. Van twintigers die een eerste woning willen kopen tot zestigers die hun ruime villa aan de rand willen inruilen voor een centraal gelegen appartement. Voor advertenties die nú impact hebben, is Facebook dus nog altijd interessant.
 

Het grote voordeel van adverteren op sociale media tegenover tv is het toverwoord ‘targeting’. Oftewel: de juiste boodschap overbrengen aan de juiste doelgroep. Op Facebook en Instagram zijn de mogelijkheden duizelingwekkend. Je kan de advertentie voor je nieuwbouwproject bijvoorbeeld richten op getrouwde, gepensioneerde zestigers in een straal van 15 km rond Gent die graag met de hond gaan wandelen in de natuur en pagina’s rond investeren volgen. Al geeft natuurlijk niet elke Facebookgebruiker even veel persoonlijke informatie prijs.

‘Vrijetijdssocialemedia’ zoals Facebook en Instagram zijn ideaal voor investeringsvastgoed en residentieel vastgoed, maar voor bedrijfspanden zet u beter andere kanalen in. Dat komt omdat Facebook het begrip ‘interesse’ nogal ruim invult. Wanneer iemand een filmpje van UPS bekijkt, denkt Facebook dat logistiek onder zijn interesses valt. De Facebookgebruiker zal de advertentie voor je magazijn dus ook te zien krijgen. Dat soort irrelevante bezoekers ‘vervuilt’ je verkeer.

Bij hooox gebruiken we een trucje om je budget maximaal te laten renderen op social media. We verklappen het je graag. We targeten eerst de relevante doelgroep op LinkedIn met een eerste advertentie. Klikt de bezoeker, maar converteert hij niet meteen (wat nogal vaak gebeurt)? Dan herinneren we hem op Facebook nog eens aan je advertentie (‘remarketing’ met een Facebook pixel cookie). Doordat hij jouw naam, website en advertentie meermaals te zien krijgt, ontstaat er vertrouwen en herkenning en vult hij het contactformulier uiteindelijk wél graag in.

Nog eentje?

Dankzij een nauwkeurige meting van je website weten we welk type bezoekers jouw contactformulier invult. De Facebookpixel geeft daarna opdracht aan Facebook om soortgelijke mensen (‘lookalike audiences’) te vinden binnen de juiste regio en de advertentie óók aan hen te tonen.

Kort samengevat: LinkedIn zorgt voor relevante leads, wij zoeken via Facebook gelijkaardige profielen. Zo krijg je op een goedkope manier extra relevante leads.
 

Sociale media helpen je bij het vinden en converteren van je doelpubliek, op voorwaarde dat je de juiste kanalen inzet. Én ze juist combineert. Met een mix van verschillende sociale media krijg je een optimaal resultaat binnen je budget.